Op zoek naar een Italiaanse streek die nog niet ontdekt is door het massatoerisme? Waar je de wisseling van de seizoenen nog echt ervaart? Waar je je te goed kunt doen aan slow food, cultuur en goede wijn? Dan is het tijd om de regio Piëmont in het noordwesten van Italië te ontdekken!
Piëmont (Piemonte in het Italiaans) betekent ‘aan de voet van de berg’. En dat is de perfecte omschrijving: de regio wordt aan 3 kanten omgeven door de Alpen met de hoogste pieken en de grootste gletsjers van Italië.
In de vlakte onder aan de bergen ontwikkelden zich innovatieve bedrijven als Ferrero, Fiat en Olivetti, maar je vindt er ook de rijstvelden voor Arboriorijst.
Inhoudsopgave
De bakermat van slow food
De heuvels van de Roero, Monferrato en de Langhe in het zuiden zijn de streken van truffels, hazelnoten en wijnen als Barolo en Barbaresco . Vast niet verrassend dat hier de bakermat van de slow food-beweging ligt!
Alsof dit op zich nog niet genoeg is, is Piëmont ook nog een van de rijkste regio’s van Italië op het gebied van geschiedenis, cultuur en kunst.
Kortom: méér dan genoeg te zien en te beleven in dit relatief onbekende deel van Italië! Om je een eindje op weg te helpen met het ontdekken ervan, zetten we de 10 mooiste Piemontese plekken voor je op een rij.
1. Turijn
Turijn is allesbehalve de grijze industriestad die je misschien verwacht. Het was ooit de hoofdstad van Italië en de thuisbasis van de Italiaanse koninklijke familie. En dat zie je terug in de elegante historische paleizen en gebouwen zoals de Palazzo Madama en het Koninklijk Paleis.
De stad heeft prachtige lange lanen en grootse pleinen als de Piazza Castello en de Piazza San Carlo, die ook wel de ‘salon van Turijn’ genoemd.
Er is genoeg te doen in de stad! Breng een bezoek aan de Mole Antonelliana, hét symbool van de stad. Het werd ontworpen als synagoge maar is nu in gebruik als filmmuseum.
Maak een wandeling langs de Po en door het Parco Valentino met het middeleeuwse dorp. En in het Museum van Egyptische oudheden vind je de grootste collectie aan opgegraven beelden van farao’s, sarcofagen en grafstenen buiten Egypte.
Tip: maak hier een virtuele tour door het Egyptisch Museum.
In de kathedraal kun je de Sacro Sindone, de Heilige Lijkwade bekijken. En wil je genieten van een mooi uitzicht over de stad en de Alpen, dan is een tramrit naar Superga een must.
In de kelders van de Basiliek van Superga op de top van de heuvel kun je tevens een bezoek brengen aan de graftombes van de koningen van Piemonte en Italië.
Heb je nog tijd over? Bezoek dan de Reggia van Venaria ten noorden van Turijn of het koninklijke jachtpaleis in rococostijl in het 10 kilometer zuidelijker gelegen Stupinigi.
Mooie bewegende beelden van Turijn:
2. Val di Susa en de Sacra di San Michele
De Val di Susa is een van de mooiste valleien van Piëmont waar ‘s zomers en ‘s winters altijd wel wat te doen is. Maak bijvoorbeeld een 468 meter lange wandeling op 30 meter hoogte over de langste Tibetaanse brug ter wereld – de Ponte nel Cielo – bij Cesana Claviere.
Of zwem in een van de meren, zoals het op 2.070 meter boven de zeespiegel gelegen Zwarte Meer of de Goja del Pis, een meertje tussen rotswanden waaruit een waterval zachtjes naar beneden stort.
En voor liefhebbers van wandelingen en trektochten zijn er onder meer het Sentiero Balcone, de Sentiero degli Orridi of de voor gezinnen heel geschikte Sentiero dei Gufi.
In de winter is de Via Lattea, oftewel de Melkweg, de plek voor wintersportliefhebbers. Het omvat 249 onderling verbonden pistes en 70 skiliften met een hoogte die varieert van 1.380 meter in Cesana tot 2.800 meter op de top van de Monte Motta.
Wat je in Val di Susa verder zeker niet mag missen is de Sacra di San Michele. De zeer oude abdij, die tussen 983 en 987 werd gebouwd op de top van de berg Pirchiriano is het symbool van Piëmonte.
De magie van de plek inspireerde Umberto Eco tot zijn roman De Naam van de Roos.
Schitterende dronebeelden van deze magische plek:
3. Saluzzo
Saluzzo is gebouwd op de top van een heuvel en staat recht tegenover de Monviso, die met 3.841 meter het hoogste massief in de Cottische Alpen is.
Het is een typisch 14de-eeuws heuvelstadje met smalle straatjes met kinderkopjes, kerken van rode baksteen, elegante adellijke paleizen met tuinen, zonnewijzers op de muren en lange trappen.
Bezoek ook de Castiglia, de versterkte residentie van de Markiezen van Saluzzo. In de 19de eeuw deed het dienst als gevangenis en het herbergt nu een museum.
Het stadje is door de UNESCO uitgeroepen tot Biosfeerreservaat, omdat het de perfecte bestemming is voor wie ontspanning, natuur, sport, lekker eten en vooral bergen zoekt in een vakantie!
4. Alba
Alba is een van de bekendste steden in Piëmont. Hoewel deze ‘stad van de 100 torens’ aan de rivier de Tanaro niet erg groot is, vind je er een hele reeks aan bezienswaardigheden.
Het belangrijkste bouwwerk is de met rode bakstenen gebouwde gotische San Lorenzo-kathedraal. Maar ook de pas gerestaureerde 18de eeuwse Kerk van de Magdalena in Piemontese barok is een bezoekje waard.
Bezichtig de 4 overgebleven torens van de stad, zoals de uit de 12de eeuw stammende Boninotoren. Of ontdek met een archeoloog het ondergrondse Alba en maak een tocht lang de overblijfselen van een oude tempel, een theater en het forum uit de Romeinse tijd en het eerste doopvont.
Maar Alba is niet alleen geschiedenis. De stad, die tussen heuvels vol wijngaarden ligt, heeft een enorme gastronomische en wijntraditie. In de regio worden meerdere soorten rode en witte wijn geproduceerd, waarvan de Barolo en de Barbaresco de bekendste zijn.
Alba is daarnaast ook de stad van de witte truffel. De Fiera del tartufo bianco die vanaf oktober gehouden wordt, trekt jaarlijks duizenden belangstellenden. Een echte aanrader voor foodies dus!
De bezienswaardigheden van Alba in vogelvlucht:
5. Acqui Terme
Rond 200 v.Chr. bouwden de Romeinen er al een kuuroord. En tot op de dag van vandaag kun je in Acqui Terme genieten van de bronnen met de warm thermaal water.
Geen zin om te ontspannen in een van de vele spa’s die je er kunt vinden? Dan kun je het historisch centrum van de stad ontdekken, met de Torre Civica, de kathedralen van San Pietro en Santa Maria Assunta en het Castello Paleologi waar het archeologisch museum gevestigd is.
En mis de marmeren fontein La Bollente van Giovanni Ceruti niet. Maar pas op: de temperatuur van het thermale water dat uit de fontein stroomt is 74,5° C!
Acqui Terme en La Bollente op video:
Net buiten de stad kun je vanaf de Carlo-brug verder de overblijfselen van een Romeins aquaduct goed bekijken. Het bouwwerk was oorspronkelijk 13 kilometer lang en lag grotendeels onder de grond.
6. Lago Maggiore en de Borromeïsche Eilanden
Het Lago Maggiore in het noorden van Piëmont is perfect voor een autoritje op een zonnige dag. Langs de oevers zijn er tal van dorpjes te ontdekken met hun prachtige villa’s en parken.
En vergeet vooral niet een bezoek te brengen aan de Borromeïsche Eilanden die in het meer liggen. In de 16de eeuw kocht de familie Borromeo deze kleine archipel als buitenverblijf en het is tot op vandaag de dag in hun bezit.
Het bestaat uit het als enige bewoonde Isola dei Pescatori, het kleinere San Giovanni en de Malghera-rots.
Op de twee grotere eilanden, Isola Madre en Isola Bella, kun je ronddwalen in de kamers van de twee paleizen die de Borromeo’s er bouwden. En vanuit de mooie tuinen die erbij horen, heb je een betoverend uitzicht over het Lago Maggiore.
Tip: de mooiste campings aan het Lago Maggiore vind je hier.
Bekijk de beelden in hoge resolutie:
7. Verbania
Aan de westelijke oever van het Lago Maggiore ligt Verbania. Het historische centrum van de stad is het ontdekken waard.
Karakteristieke, mooi geplaveide steegjes leiden je naar het meer. Je komt langs de neoklassieke Basiliek van San Vittore, de Renaissance Kerk van de Madonna di Campagna en elegante villa’s zoals Villa Giulia en Villa San Remigio.
Villa Taranto is de reden waarom Verbania ook wel ‘de tuin aan het meer’ wordt genoemd. Het heeft een prachtige Engelse tuin van 16 hectare, die de Schotse kapitein Neil McEacharn in 1931 aanlegde met wilde flora uit zijn geboorteland.
Mooie beelden van Verbania:
8. Stresa
Op de oever tegenover Verbania ligt het elegante Stresa. Het is sinds de 19de eeuw een van de populairste Italiaanse toeristische bestemmingen, waar ook Engelse intellectuelen als Lord Byron, Stendhall en Charles Dickens logeerden op hun Grand Tour. En dat begrijp je wanneer je door het centrum wandelt.
Bezichtig de kerk van Sant’Ambrogio en de beroemde Villa Ducale ernaast, die aan het eind van de 18e eeuw in dezelfde neoklassieke stijl werd gebouwd.
Ga naar de 19de-eeuwse Villa Pallavicino met zijn beroemde dierenpark en neem een kijkje op de bruisende pleinen Piazza dell’Imbardadero en de Piazza Marconi.
En een bezoekje aan Stresa is niet compeet als je niet even langs het meer flaneert over de promenade met luxueuze art-nouveauhotels.
Dronebeelden van het elegante Stresa:
9. Orta San Giulio
Aan de oever van het Lago d’Orta ligt een deel van het middeleeuwse dorpje Orta San Giulio. Het centrum is autovrij en via de smalle straatjes kun je naar de Piazza Motta lopen.
Vanaf het plein kijk je uit op het meer en op het andere deel van het dorpje, dat op het eiland San Giulio ligt. Aan het plein liggen de belangrijkste historische gebouwen met hun portieken, waaronder het 16de-eeuwse Palazzo della Comunità della Riviera di San Giulio.
Bekijk de kleine kerk van Santa Maria Assunta, en sla de Palazzo Gemelli en het neoklassieke Palazzo Penotti Ubertini met een balzaal met een prachtige Venetiaanse vloer niet over.
Natuurlijk vaar je naar het eiland San Giulio, dat bekend staat als ‘het eiland van de stilte’. Je kunt er het voormalige seminarie bekijken, dat aan het eind van de 19de eeuw werd gebouwd op de ruïnes van het vroegere kasteel. Nu is het een klooster van Benedictijnse nonnen.
Een korte film over het Lago d’Orta:
10. Nationaal Park Gran Paradiso
In 1919 besloot koning Vittoria Emanuele III 2100 hectare van zijn jachtterreinen aan de Italiaanse Staat te doneren. De voorwaarde was wel dat het een nationaal natuurpark zou worden. En zo ontstond tussen de Valle d’Aosta en Piëmont het oudste reservaat in Italië: Nationaal Park Gran Paradiso.
Het park heeft een typisch Alpenlandschap, met brede valleien, bossen en vlakten, maar ook rotsen en gletsjers. Zowel in de zomer als in de winter biedt het park activiteiten die geschikt zijn voor iedereen: van excursies op grote hoogte tot fotografische trektochten in de valleien en van sneeuwschoenwandelingen tot skiën.
De mascotte van het park is de steenbok, die je misschien tijdens wandelingen kunt spotten. Maar je ook grote kans dat je er gemzen, vossen en reptielen, amfibieën en vogels van allerlei pluimage tegenkomt.
Beelden van het Nationaal Park Gran Paradiso:
Jouw mooiste plekken in Piëmont
Dat waren ze, onze 10 mooiste plekken in Piëmont. Hopelijk hebben we je van inspiratie kunnen voorzien voor een volgende trip naar Italië. Ken je Piëmont zelf goed en vind je dat we een plek hebben gemist? Laat het ons gerust weten via een reactie onder dit artikel of een berichtje in ons digitale postbus.
Bekijk ook: de mooiste plekken in Italië.
de stad Biella met het historische centrum boven dat te bereiken is met een tandradbaan. De 15de eeuwse kathedraal en zijn baptisterium uit de 8ste eeuw ook de moeite waard. De bedevaartsoord Oropa , in de bergen gelegen en zeer authentiek gebleven, zonder al te veel winkeltjes. Vandaar kan je heel mooie bergtochten maken of emt de kabelbaan tot het bergmeertje lago del Mucrone geraken.
De foto van Stresa is wederom niet van Stresa, maar het klooster Santa Caterina del Sasso, dat niet in Piedmont ligt, maar vlakbij Ispra in Lombardije.
Bedankt voor de correctie!