Parole parole parole… woorden woorden woorden. Het beroemde lied van Mina, waarin ze klaagt over een relatie die slechts uit zoete, maar lege, woorden bestaat. We hebben woorden nodig om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen en beschrijven. Als we ergens geen woord voor hebben, zijn we nauwelijks bewust van het bestaan ervan. Interessant dus om te snappen waar woorden vandaan komen. Vaak hebben ze al een lange weg afgelegd voordat ze een bepaalde betekenis krijgen en iets vertegenwoordigen.
Hier een paar Italiaanse (en Nederlandse) woorden waarvan ik de herkomst wel interessant vind.
La fede – het vertrouwen
Een mooi voorbeeld is la fede. La fede betekent verschillende dingen. Het geloof, bij voorbeeld in God, is la fede in Dio.
Je kunt ook in iets als democratie geloven, avere fede nella democrazia. La fede betekent ook de trouwring en dat is prachtig, want je gelooft in de ander en dus trouw je. Of niet?
La fedeltà is de trouw en ‘la fiducia’ is het vertrouwen (denk aan: fiducie hebben in). ‘La fede’ stamt af van ‘la fedeltà’, de trouw.
In het Nederlands heeft trouwen, wat het woord betreft, zowel met vertrouwen te maken als met trouw. In het Italiaans trouw je, taalkundig gesproken, om trouw te blijven.
Als je daar even over nadenkt kom je direct op veel clichés uit over de beruchte ontrouw van Italiaanse mannen (en dus ook vrouwen), maar dat zijn uiteraard slechts ‘parole parole parole’.
Ik ken er geen studies over, maar ga ervan uit dat ontrouw niet meer of minder voorkomt in Italië dan in andere Europese landen. Maar, wie weet?
Overigens gebruikt men in het Italiaans weleens het woord fido om hond mee aan te duiden. Dat was vroeger een veel voorkomende hondennaam en komt uiteraard van fiducia. Mi fido betekent ‘ik vertrouw’.
L’architetto – de architect
Een heel simpel woord is architetto, want arco betekent boog en tetto is dak. De architect was dus de persoon die bogen en daken kon ontwerpen.
Als je naar wat oude kerken kijkt, die werkelijk immens zijn en nog altijd rechtop staan, was dat uiteraard geen gemakkelijke opgave.
De normale huizen werden vroeger niet door architecten ontworpen. De meeste mensen woonden in houten huisjes en pas in de laatste eeuwen is dat helemaal veranderd.
Monsters en tentoonstellingen
Mostru is Latijn voor wonder of een teken van God of voorbode. Daarvan is afgeleid in het Italiaans un mostro dat een monster is.
Dimostrare is bijna hetzelfde als mostrare en betekent ‘laten zien’. Het Nederlandse demonstreren komt uit deze hoek (in het Italiaans gebruikt men hiervoor vaker protestare).
Una mostra betekent een tentoonstelling.
Er valt zeker iets te zien als er een monster voorbijkomt en als je iets wil laten zien (mostrare) maak je een mostra (tentoonstelling). Twee woorden die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, komen gewoon van eenzelfde woord uit het Latijn.
Dementie en vergeten
Als je moeite hebt het woord voor vergeten te onthouden, moet je aan dementie denken, die vreselijk nare ziekte waarin je langzaam steeds minder kunt onthouden. Dimenticare = vergeten.
Het woord dimenticare komt van mente dat geest betekent. Letterlijk is dimenticare dus iets als ‘uit je geest zijn’ of ‘geen geest hebben’.
Mentire betekent liegen en is een heel ander begrip, maar ook gebaseerd op mente (vergelijk het Engelse mind).
La sirena – de sirene
Luid gillend hebben sirenes het doel om onze aandacht op ze te vestigen, zodat de voertuigen die onder de sirene zitten snel door het verkeer kunnen omdat iedereen opzij gaat.
Of dat de inbraak kan worden verijdeld omdat iedereen aandacht voor het gebouw heeft waar de sirene aan vast zit.
Luid gillen is een manier van zeggen. Je zou ook kunnen zeggen ‘intens zingen’. Als je dan zo intens zingt dat niemand om je heen kan, waar doet dat aan denken? Inderdaad aan de zeemeermin. In het Italiaans sirena, dat in het Nederlands alleen voor het begrip sirene is overgenomen.
Soldaten en salarissen
Soldaten zijn mensen die als beroep vechten. Ze krijgen ervoor betaald.
Soldi betekent geld. Het komt van het Latijnse solidus (solide) en dat was aan het eind van het Romeinse rijk een gouden munt.
Salaris is een heel ander verhaal. Het Italiaanse woord is salario (maar tegenwoordig gebruikt men vaker stipendio).
Salario komt van sale, zout. In het verleden was zout voor mensen onmisbaar om te kunnen leven en het was dus mogelijk om arbeid in zout te betalen. Vandaar dat we het nog altijd over salaris hebben.
Comments