Campania felix, het gelukkige landschap, zo heette in de oudheid de streek ten zuiden van Latium (Lazio), de regio van Rome. Nog steeds is het moderne Campanië gezegend met een mild klimaat, een grote variëteit aan landschappen en monumenten van drie millennia historie. Voldoende om een kast vol paar reisgidsen mee te vullen, maar hier laten we het bij een samenvatting van meer en minder bekende bezienswaardigheden. Rondtoerend door deze fantastische regio kom je als vanzelf op steeds nieuwe toplocaties uit. Hier zijn de 10 mooiste plekken in Campania.
Inhoudsopgave
Waar ligt Campania?
Campanië is de regio ten zuiden van Lazio (Latium), waarin Rome ligt. In het zuiden grenst Campanië aan Basilicata, de zool van de laars. Campanië is dus een zuidelijke regio in Italië. Hieronder zie je de ligging van Campania op een kaartje aangegeven.
1. Napels
De hoofdstad van Campania is in de afgelopen jaren steeds populairder geworden als toeristische bestemming. De vele (goedkope) vluchten op de stad – in april is ook de KLM een rechtstreekse vlucht vanaf Schiphol gestart – maken een weekendje Napels goed mogelijk.
Bovendien voert het gemeentebestuur al enkele jaren een beleid dat erop is gericht om de stad aantrekkelijker en veiliger te maken. Een groot deel van het centrum is autovrij gemaakt en er wordt goed gecontroleerd.
De verkeerssituatie is nog tamelijk rampzalig, maar de onlangs aangelegde metro met zijn prachtige stations die op zich al een bezoek waard zijn, is een duidelijke verbetering. En ondanks de gruwelijke beelden van de tv-serie Gomorra lijkt in werkelijkheid de criminaliteit op een lager pitje gezet, zeker in de door toeristen gefrequenteerde stadsdelen.
Het gevolg is dat overal in het centrum nieuwe winkels, cafés en eethuizen zijn geopend, de winkelstraat Via Toledo een van de drukste voetgangersgebieden van Europa is geworden en de daar achter gelegen Quartieri Spagnoli, de oude ‘Spaanse wijk’ met zijn nauwe straten en hoge palazzi, die enkele jaren geleden nog gold als no go area, nu zwermen van toeristen trekt.
Napels biedt te veel om in kort bestek samen te vatten. Maar bij de dingen die je niet moet missen horen zeker de drie kastelen van de stad:
- Het Castel dell’Ovo, met de aanpalende Borgo Marinari, een fraaie verzameling van cafés, restaurants en watersportwinkels aan de haven.
- Het Castel Nuovo, dat de Napolitanen Maschio Angioino noemen met een verwijzing naar koning Karel van Anjou, die het aan het eind van de 13e eeuw liet bouwen.
- En het hoog boven de stad uittorenende Castel Sant’Elmo.
Goed flaneren is het op de Via Caracciolo, de boulevard aan zee met zijn luxehotels, die niet lang geleden nog een drukke doorgangsweg was maar nu voetgangers- en fietsgebied is geworden.
Aan het eind van Via Toledo ligt het Piazza del Plebiscito, het indrukwekkende plein omsloten door de 19e-eeuwse Basilica di San Francesco di Paola en het voormalig Koninklijk Paleis. Vergeet in het oude centrum het klooster van Santa Chiara niet, met zijn schitterende majolica plavuizen, en de wereldvermaarde Via di San Gregorio Armeno, het straatje waar een serie handwerkers de kerststallen van heel Italië vervaardigt.
Een bezoek waard is ook de Duomo, de dom van Napels, waar eens per jaar het gestolde bloed van San Gennaro, de H. Januarius, beschermheilige van Napels, miraculeus vloeibaar wordt.
Dan nog een paar losse Napels-tips:
1. Ga ondergronds met een gids van Napoli Sotterranea voor een wandeling door de waterreservoirs van de antieke Griekse Nea Polis (Nieuwe Stad).
2. Geniet van een echte Napolitaanse pizza in een volkse pizzeria aan de Via dei Tribunali.
3. Bezoek de nog niet toeristisch geworden (en vanouds niet zo goed bekend staande) wijk Sanità.
4. Neem een van de funicolari (kabeltrams) die de gemakkelijkste verbinding vormen naar de hoger gelegen ‘betere’ wijken Vomero (van halte Chiaia) en Posillipo (van Mergellina).
Het vervoermiddel is ook de titel van de klassiek vrolijke Napolitaanse ballade Funicolì Funicolà:
5. En ga ’s avonds vis eten in Marechiaro, een buiten het centrum gelegen borgo (wijkje) met restaurantjes aan zee die je pas bereikt na het afdalen van een paar trappen. Ook dit is de titel van een Napolitaanse klassieker, hier uitgevoerd door Luciano Pavarotti:
2. Pozzuoli
Als je de kustweg van Napels naar het westen volgt, gaat de bebouwing naadloos over in die van Pozzuoli, de geboorteplaats van Sofia Loren. In Pozzuoli is nog veel te zien van de antieke havenstad Puteoli, zoals de Tempel van Serapidis in het moderne centrum en iets hogerop het uit de eerste eeuw stammende Amfitheater, dat weinig onder hoeft te doen voor het Colosseum en waar het ook een stuk rustiger is.
Het Amfitheater van Pozzuoli:
Het mooiste deel van Pozzuoli is nu de Rione Terra, het deel van de stad dat al sinds de vijfde eeuw voor Christus bewoond is, maar in 1970 werd ontruimd vanwege het zogeheten bradicismo, verzakking als gevolg van vulkanische activiteit. In de afgelopen jaren is het fenomeen, dat in het studiecentrum van de Vesuvius permanent wordt gemonitord, afgenomen.
Intussen is de Rione prachtig gerestaureerd en in 2014 weer opengesteld voor bewoners en publiek. De smalle middeleeuwse straatjes zijn een trekpleister van jewelste geworden met als topattractie de Duomo di San Procolo, een in de 18e eeuw tot kerk omgebouwde tempel uit de tijd van keizer Augustus.
Even buiten de stad ligt de Solfatara, een actieve vulkaan waar je in de krater kunt ronddolen te midden van opstijgende zwaveldampen en hete modder.
Een jaar geleden zijn een jongen van 11 en zijn beide ouders (afkomstig uit Veneto en op vakantie in Napels) omgekomen in een van de hete modderbronnen. De jongen was over de omheining gestapt en vervolgens bevangen door de zwaveldampen. Toen de ouders hem probeerden te redden, overkwam hun hetzelfde. Er werd gerechtelijk beslag gelegd op de Solfatara, in het kader van een onderzoek naar mogelijke nalatigheid, en dat is nog altijd niet opgeheven. Dat zal wel weer gebeuren, maar Italiaanse gerechtelijke onderzoeken kunnen lang duren.
Gevaarlijk is het in principe niet, zolang je maar op de goed aangegeven paden blijft. Een unieke ervaring!
Tip: je kunt Pozzuoli vanuit Napels goed bereiken op de fiets, langs de wijk Bagnoli en de kustweg. Omhoog naar de Solfatara is wel een klimmetje, maar zeker de moeite waard.
3. Pompeï en Herculaneum
De uitbarsting van de Vesuvius op 24 augustus van het jaar 79 na Christus heeft ons twee goed bewaarde Romeinse steden overgeleverd: Pompeï en Herculaneum. De hier ingerichte archeologische parken zijn zo bekend dat we geen verdere beschrijving hoeven te geven.
Dat doen lokale gidsen wel, die soms tamelijk opdringerig kunnen zijn. Zowel Pompeï als Ercolano zijn goed te bereiken via de Circumvesuviana, een lokaal boemeltje dat vertrekt van het Stazione Centrale van Napels en dan een rondje maakt rond de Vesuvius.
Herculaneum (Ercolano), en dan met name de Villa dei Papiri, is misschien wel net zo interessant en zeker veel rustiger dan het meestal bomvolle Pompeï. Dat komt ook omdat Pompeï ook nog eens een religieuze attractie van de eerste orde herbergt, het Santuario della Beata Vergine del Rosario di Pompei.
Dit Heiligdom van de Zalige Maagd van de Rozenkrans van Pompeï trekt zelfs meer bezoekers dan de Scavi (opgravingen): 4,0 tegen 3,6 miljoen per jaar. Dat betekent wel dat Pompeï een grote hotelcapaciteit heeft voor toeristen en pelgrims. (En voor clandestiene stelletjes uit Napels, die hier in de menigte niet in het oog lopen, maar dat is weer een ander verhaal.)
De weg naar de top van de 1.281 meter hoge Vesuvius voert vanaf Ercolano (of anders van Somma Vesuviano of Ottaviano) door een dennenbos langs een reeks volstrekt illegaal gebouwde restaurants en andere uitspanningen (in theorie is dit beschermd natuurgebied) en vervolgens door velden gestolde lava van de Valle dei Giganti.
Op 1.000 meter hoogte kom je voor een hek waar je te midden van tientallen andere toeristen een kaartje moet kopen om verder te kunnen. De romantiek van de solitaire beklimming is er daardoor wel een beetje af, maar wanneer je te voet een dikke honderd meter verder bent gestegen tot de kam van de berg, dan maakt het uitzicht op de meer dan 200 meter diepe krater met zijn her en der opstijgende fumarole (vulkanische dampen) dat meer dan goed.
4. Caserta
De koning van Zuid-Italië, Karel van Bourbon, wilde niet onderdoen voor de andere gekroonde hoofden van Europa en besloot daarom een paleis met park aan te leggen naar het voorbeeld van Versailles. De vorst is in zijn opzet geslaagd.
In de jaren 50 van de 18e eeuw werd het gigantische project – 1.200 kamers, 34 trappen en meer van 1.700 ramen – uitgevoerd onder leiding van architect Luigi Vanvitelli, kleinzoon van de Nederlandse schilder-immigrant Kasper van Wittel.
Een groot deel van de Reggia is nu te bezichtigen (in een andere vleugel zijn overheidsdiensten ondergebracht) in één ononderbroken tour door rijk gedecoreerde zalen, gangen, pronkkamers en kunstgalerijen.
Net zo interessant is het achterliggende, eindeloos lijkende park met kunstmatige watervallen, beeldengroepen, vijvers en fonteinen. De Reggia dreigde een paar jaar geleden nog te verloederen, maar een energieke directeur heeft daar verandering in gebracht.
Video over Caserta:
Het monument werd als centrum van tentoonstellingen en culturele activiteiten op de kaart gezet en trok vorig jaar 838.000 bezoekers, veel meer dan voorheen maar nog niet te veel om het paleis in betrekkelijke rust te kunnen bezoeken.
Vanuit Napels of Rome is de Reggia gemakkelijk per trein te bereiken: het station van Caserta ligt er pal tegenover. Het stadje Caserta zelf, ontstaan na de aanleg van de Reggia, stelt niet zo veel voor, maar telt wel een paar goede trattorie voor een stevige maaltijd na een dagje Reggia. En als je met de auto bent, dan kun je ook dineren in het nabije middeleeuwse Casertavecchia.
5. Benevento
In een lijst van meer en minder leefbare steden die een Italiaanse krant enkele jaren geleden publiceerde, stond Benevento op de laatste plaats. Dat was wel wat ondankbaar. Benevento is weliswaar een van die Zuid-Italiaanse steden met een hoge werkloosheid en lage levensstandaard, maar de stad kan ook bogen op een rijk verleden waar nog heel wat van te zien is.
Als je Benevento binnen rijdt, kom je meteen uit op de Arco di Traiano, een triomfboog die in 114-17 werd opgericht ter ere van keizer Trajanus, die kort daarvoor de – in Rome beginnende – Via Appia had doorgetrokken naar de zuidelijke havenstad Brindisi waardoor Benevento een regionaal handelscentrum kon worden.
Uit diezelfde eeuw stammen het Romeinse theater en de Ponte Leproso, een brug van typisch Romeinse booggewelven, die een paar keer werd verwoest en vervolgens weer opgebouwd. De kathedraal van Benevento stamt uit de 7e eeuw, toen de Longobarden hier de baas waren. Bij een Amerikaans bombardement in 1943 is een groot deel ervan verwoest, maar de façade staat er nog en de prachtige bronzen 13e-eeuwse bronzen poort staat nu tentoongesteld binnen in de kerk.
Curiositeit: Benevento staat sinds mensenheugenis bekend als een ontmoetingsplaats van heksen. Oorspronkelijk heette het ook Malaventum, een plek waar een ongunstige wind waait, maar omdat die naam ongeluk zou kunnen brengen, werd zij al in de oudheid gewijzigd in Beneventum.
Ook nu nog is het meest bekende product van de stad de Liquore Strega, een karakteristiek gele mierzoete ‘heksenlikeur’, en het meest gerenommeerde restaurant heet Locanda della Strega.
6. Sant’Agata dei Goti
In het landelijke gebied rond Benevento, Il Sannio (genoemd naar het antieke volk der Samnieten) ligt Sant’Agata dei Goti. Dit karaktervolle stadje is gebouwd op de uitloper van een rotsmassief en kijkt uit over een diepe kloof. Dat maakte het geschikt als militair bolwerk en daarvan maakten de Goten, een van de Germaanse stammen die Italië in de zesde eeuw binnenvielen, dankbaar gebruik. Vandaar de naam Sant’Agata dei Goti.
Het oude centrum heeft zijn middeleeuwse structuur behouden en heeft daardoor veel weg van een levend openluchtmuseum: nauwe straatjes, basalten wegdek, bescheiden patriciërswoningen, gezellige trattorie en kleine hotels.
Het noemen waard is Palazzo Mustilli, wine bar annex B&B in hartje centrum. Vooral omdat de uitbater hiervan in de jaren 60 de in onbruik geraakte plaatselijke witte druif Falanghina herontdekte en gelijknamige wijn begon te produceren. Nu is de Falanghina de typische wijn van de regio en kun je hem in elke Italiaanse wijnzaak en supermarkt kopen.
7. Amalfikust
Voor wie met de auto van Napels uit zuidwaarts trekt, is het een must: de kronkelweg langs zee over de Penisola Sorrentina, het schiereiland van Sorrento. De noordkant voert langs de niet bijster interessante havenstad Castellamare di Stabia en twee stadjes die vooral bekend zijn door hun toprestaurants, Don Alfonso 1890 in Massa Lubrense en Torre del Saracino in Vico Equense. Gastronomie van de bovenste plank, maar neem wel een dikke portefeuille mee!
Voorbij Sorrento, een vriendelijk maar wel erg druk stadje, waar je een groot deel van het jaar vooral Duits hoort spreken, kom je aan op de zuidelijke kuststrook: de Costiera Amalfitana met zijn tegen de steile helling aangeplakte kleine maar fiere stadjes.
Amalfi was zelfs eeuwenlang een onafhankelijke Repubblica Marinara (zeevarende republiek). Uit die tijd, de 11e eeuw, stamt ook de Dom van Amalfi, gebouwd in de toen populaire Siciliaans-Arabische stijl.
Na de badplaats Positano en een rijtje kustplaatsen – Furore, Maiori, Minori, Vietri – kom je langs een smalle weg omhoog (niet aan te raden in het hoogseizoen) in Ravello, vanwaar je een prachtig uitzicht op zee hebt en geen last van de stranddrukte.
Als je wilt, kun trouwens wel even een duik nemen: je hoeft er alleen maar een trap van duizend treden voor af te dalen. Ook Ravello heeft een negen eeuwen oude dom en een paar villa’s met schitterende tuinen die ’s avonds een passende achtergrond vormen voor een goed glas en beschaafde conversatie.
In de meest bekende daarvan, Villa Rufolo (bekend van de beroemdste boom van Italië), wordt in juli het vermaarde Ravello Festival van de klassieke muziek gehouden, terwijl in het belendende, in 2010 geopende, Auditorium Oscar Niemeyer ook jazz en folk te beluisteren valt.
Curiositeit: De Nederlandse graficus Maurits Escher verbleef in de jaren 20 van de vorige eeuw vaak in Ravello. In het gastenboek van het aan het centrale plein gelegen Hotel Toro is zodoende nog een lang, in het Nederlands geschreven, commentaar van zijn hand op de schoonheid van de Costa Amalfitana te lezen.
🇮🇹 Leestip: meer over de mooiste plekken en bezienswaardigheden van de Amalfikust vind je hier.
9. Paestum
De best behouden gebleven antieke Griekse tempels staan niet in Griekenland maar op Sicilië en in Campania, in Paestum, zo’n 30 kilometer ten zuiden van Salerno bij het moderne Capaccio.
Drie Dorische tempels uit de jaren 550-450 voor Christus en gewijd aan de god Poseidon en de godinnen Hera en Demeter staan hier nog recht overeind. Samen met de basalten straten, het uit de Romeinse tijd stammende amfitheater en de fundamenten van de antieke woningen vormen zij een in het groen gehuld archeologisch park waarin eenieder zich vrij kan bewegen en zich terug kan wanen in de oudheid.
Bezoek dan ook het ernaast gelegen archeologisch museum, waar de voornaamste grafvondsten van de antieke stad bijeengebracht zijn, waaronder het wereldberoemde, in 1968 ontdekte fresco van ‘il Tuffatore’ (de Duiker), een uiterst zeldzaam overblijfsel van antieke Griekse schilderkunst.
Niet ver van de archeologische site vind je in de Tenuta Vannulo een van de meest vermaarde producenten van buffelmozzarella en buffelboter. Die kun je hier rechtstreeks aanschaffen en de buffels zelf heten je welkom bij de ingang.
10. Van Palinuro naar Sapri
In het uiterste zuiden van Campania, aan de zuidflank van het Parco Nazionale del Cilento, kom je langs een prachtige kust met kristalhelder water. Veel stranden kunnen zich tooien met de Bandiera Blu, de voornaamste onderscheiding voor schone stranden. Je vindt hier rotsige oevers, feeërieke grotten (zoals de diep de berg in lopende Grotta Azzurra van Palinuro, waar het water inderdaad knalblauw is) en een achterland dat nog niet door het massatoerisme is aangetast.
De Grotta Azzurra van Palinuro op video:
Komende van Paestum-Capaccio (overigens ook Bandiera Blu) langs de ruïnes van Velia, het antieke Griekse Elia, kom je bij de badplaatsen Palinuro en Marina di Camerota, met de natuurlijke haven Cala degli Infreschi, waar onderzeese zoetwaterbronnen zorgen voor een aangenaam koele laag boven het in de zomer wel wat erg warme zeewater.
Een paradijselijke plek in Campania, zoals je in deze video kunt zien:
Cala degli Infreschi is alleen per boot te bereiken en in de zomermaanden kan het er behoorlijk druk zijn. (Het is überhaupt aan te raden om de maand augustus, wanneer heel Italië massaal naar zee gaat, te vermijden.)
Vijf kilometer het binnenland in kom je terecht in het middeleeuwse Camerota, waar de kust plotseling heel ver weg lijkt. Verder rijdend (of fietsend: de fiets wordt ook hier steeds populairder) langs de Golfo di Policastro kom je in Scario, een lieflijk vissersplaatsje en oord voor gezinstoerisme.
Weer tien kilometer verderop, tegen de grens met Basilicata, ligt het wat grotere en minder rustieke Sapri, waar het – bijna uitsluitend Italiaanse – massatoerisme zich uitleeft in volle campings en in rijen opgestelde batterijen strandstoelen.
Maar elke geletterde Italiaan kent het stadje door het gedicht La spigolatrice di Sapri (De arenleesster van Sapri), een ode op de revolutionairen die hier in 1857 aan land gingen en stierven in een mislukte poging om het regime van de koning van Napels omver te werpen.
Op het strand staat daarom nu een gedenknaald voor de leider van de expeditie, Carlo Pisacane, en elk jaar in augustus worden de tragische gebeurtenissen door de bevolking van Sapri nog eens in scene gezet voor duizenden toeschouwende toeristen.
Zelf Campania ontdekken?
Je ziet het wel: Campania is nog altijd een ‘gelukkig landschap’, vol van eeuwenoude historie en geweldige natuur. Alleen al in de hoofdstad Napels kun je dagenlang doorbrengen zonder je te vervelen. En dan hebben we het nog niet over Pompeï, de Vesuvius, Caserta, de Amalfikust en al die andere geweldige plekken gehad. Het is tijd om deze ruwe diamant zelf te gaan ontdekken.
Hier vind je een aantal van de beste en voordeligste accommodaties in Campanië.
Jouw mooiste plekken in Campania?
Natuurlijk, ook dit overzicht van de mooiste plekken in Campanië is verre van volledig en pretendeert ook niet dat te zijn. Prachtige oorden als Capri, Ischia, Salerno, de Matese en Irpinia zijn bij voorbeeld niet aan bod gekomen. Maar dat kan altijd nog!
Ben je weleens in Campanië geweest? Wat zijn jouw persoonlijke mooiste plekken? Laat hieronder een reactie achter.
Foto’s: Edward Hendriks, Aart Heering
Comments