Rop Zoutberg
Buitenlanders hebben in Rome hun eigen begraafplaats. In de schaduw van de bekende Piramide van Cestius in de hoofdstad kregen ze hun laatste rustplaats, omdat ze niet op de katholieke kerkhoven mochten liggen. Dit jaar is het driehonderd jaar geleden dat de eerste buitenlander op de begraafplaats voor buitenlanders in Rome werd begraven.
Die eerste vreemdeling, de streng hervormde Schotse hovenier William Arthur, stierf in 1716 in Rome aan dysenterie nadat hij vijgen van een boom at. Het lichaam van de hovenier kon niet terug naar Engeland door de slechte relatie tussen het Vaticaan en het Engelse koningshuis. Uiteindelijk stond de kerk toe dat de overledene aan de voet van de piramide werd begraven.
Tientallen anderen volgden. In de negentiende eeuw werd nog eens een stuk grond aan de niet-katholieke begraafplaats toegevoegd. Op een net geopende tentoonstelling over de geschiedenis van Cimitero Acattolico duikt op oude tekeningen steeds weer de piramide op. Beroemd zijn vooral de graven van de 19de eeuwse dichters John Keats en Percy Shelley, die beiden in Rome overleden.
Nederlanders
Maar ook een aantal Nederlanders liggen op de begraafplaats. Onder wie de Friese kunstenaar Pier Pander, destijds beroemd door zijn munt van koningin Wilhelmina en tot zijn dood gevestigd in Rome.
Nog altijd worden zo’n twintig mensen per jaar op het kerkhof begraven, vertelt directrice Amanda Thursfield. ‘We krijgen veel meer verzoeken dan we kunnen honoreren. Helaas is de ruimte die we hebben maar beperkt.’
Een expositie over de 300 jaar van de begraafplaats voor buitenlanders is tot 13 november te zien in het Casa di Goethe van Rome. De Cimitero Acattolico is dagelijks open. Adres: Caio Cestio 6, metro Piramide.
Foto’s begraafplaats voor buitenlanders Rome: Rop Zoutberg
Comments