Ook in Italië kennen ze het fenomeen van de parkeerschijf. In Nederland is dit waarschijnlijk alleen nog in woonwijken van grote steden te zien. Minder als manier om langer te parkeren in winkelgebieden te beperken. Daar hebben we nu immers parkeermeters voor. Van die meters waar altijd te veel in gaat en nooit iets terug komt als je eerder weg gaat.
Daar reden we dan. Volkomen zonder plan naar een dorpje. Ergens wat eten, even langs het meertje lopen waar het stadje beroemd om was. En verder zouden we wel zien wat de dag ons bracht. Het was tenslotte vakantie!
Het stadje
De bergweg was, zoals zovele, slingerend naar boven gegaan. Nog een klein stukje naar beneden en daar was het adembenemend uitzicht. De auto’s werden langs de kant gezet om te genieten. Van het uitzicht, van de kleuren. Onder ons een blauw meer, een kronkelige weg erheen en een stadje. Een verzameling huizen zoals je ze alleen in Toscane en aanpalende streken ziet. Alle kleuren van het schilderspalet vertegenwoordigd. De okerkleurige huizen. De roze en de gele kleuren en het knalharde rood en oranje.
De markt
De zonnebril was noodzakelijk en de zon liet duidelijke weten wie daar verantwoordelijk voor was. Het water schitterde, de lucht boven het meer trilde. Goed kijken naar het stadje leverde op dat we, pas op dit moment van ons reisje, merkten dat het daar beneden markt was.
En als er nu één ding is wat ons gezelschap altijd in twee groepen deelde, is dat wel een markt. Een tweetal wil elke markt altijd zien, wil alle kramen langs. Al is het maar met de handen op de rug vastgebonden en in slenterpas. Anderen(bekijken liever de mensen vanachter een glas fris of een kop koffie. Zo’n grote kop koffie die hier steevast een americano heet.
Beneden in het dal merken we dat naast de vele bewoners van de dalen om het dorp heen, nogal wat toeristen de markt hebben gevonden. Overal Duitse en Nederlandse kentekenplaten. En dan begint het zoeken. Zoeken naar een parkeerplaatsje. Want Italianen mogen dan dubbel geparkeerd vlak bij de marktkramen kunnen komen, probeer dat maar eens met een gele plaat op de auto. Je bent en blijft wel een toerist.
Het parkeerterrein
Het geluk is met ons. Daar zijn op enkele plekken van elkaar, twee plaatsen vrij. Nou ja, die ene kan dan alleen met het wiel en de rechterkant min of meer op de stoep. Maar och.
Het blijkt een ‘blauwe zone’ te zijn. En jawel hoor, een van ons heeft niet eens een blauwe schijf. ‘Want die hebben we thuis nooit nodig.’ Goede raad kan duur worden als we het gokje wagen. Eerst maar eens in die winkel daar direct naast het parkeerveldje vragen of ze een parkeerschijf hebben.
Maar hoe noem je dat nu weer in het Italiaans? Met handen en voeten maken we de dame aan de kassa duidelijk dat we willen parkeren en geen kaartje hebben. Geen ‘carta blu‘. Dan snapt ze het. Maar helaas, die verkopen ze niet. Mi dispiace. Non ho. Of zoiets. La polizia dan? Of l’ufficio turistico?
Oude baas
Achter ons in de rij bij de kassa staat een wat oudere man. Kaal, zonnebril op de schedel en een glimlach om de vouwen in zijn gezicht. Hij begrijpt kennelijk prima waar deze discussie over gaat. Maar we moeten de winkel weer uit, want die auto’s staan nu wel ietwat link geparkeerd én zonder schijf.
Daar is de oude baas weer en vraagt in gebroken Duits en verder Italiaans wat het probleem was. We leggen het maar weer uit. Hij weet blijkbaar ook niet waar we zo’n ding kunnen kopen, maar weet wel een oplossing.
Hij tikt ons op de schouder, zegt iets wat er op lijkt dat we moeten wachten en rent weg.
Lekker dan. Eerst de boel overstuur maken en dan wegrennen. Heeft ‘la signora‘ soms de pasta al op tafel staan? Was er ineens iets in zijn hoofd opgekomen waardoor die haast gerechtvaardigd was?
Juist als we maar willen besluiten dat die ene auto ergens anders een parkeerplekje moet vinden, staat ineens die oude Italiaan weer voor onze neus. Het zweet drupt hem onder de zonnebril uit. Zijn schedel glimt. De lach lijkt op zijn gezicht gebrand, want die wijkt niet.
De parkeerschijf is een disco orario
Dan plukt hij een parkeerschijf achter zijn rug vandaan! En omstandig legt hij ons uit hoe dit ding heet: disco orario.
Niet alleen hij glimt van oor tot oor. Ook wij. We wagen ons aan een stukje Italiaanse dankbaarheid, vallen de man om de hals en stamelen dankbaar enkele malen ‘grazie, grazie, grazie molto.’
Meer weten we ook niet te maken van deze stunt: naar huis rennen om een paar toeristen een mogelijkheid te geven die auto te parkeren. Geweldig. Wat een fantastische manier van meeleven.
In de ene van onze auto’s ligt nu jaren later, nog steeds een parkeerschijf uit Italië, een disco orario. Een aandenken.
Die in de andere auto hebben we trouwens cadeau gekregen van een politieagente in Duitsland.
Opmerking redactie: in tegenstelling tot in Nederland worden parkeerschijf-plekken in Italië meestal niet aangegeven met blauwe strepen. Zie je in Italië blauwe strepen, dan moet je daar betaald parkeren.
Comments