Column: dingen die je vergeet als je een tijdje niet in Italië bent geweest (deel 2)

We zijn terug uit Italië. We waren dit keer in de heuvels in de buurt van Turijn. Het was weer een heerlijke vakantie, met wel een aantal opvallende zaken die ik graag met jullie wil delen. Daarom een vervolg op mijn post van vorig jaar over dingen die je vergeet als je een tijdje niet in Italië bent geweest.

Najaar 2014 was ik voor het laatst in Italië. Wat me meteen brengt bij het eerste punt.

De Italiaanse zomer is te heet

Het najaar of het voorjaar is een veel betere periode om naar Italië af te reizen. Dat besef je weer als je toch maar weer eens in de zomer naar Italië probeert te gaan. In de omgeving van Turijn was het het grootste deel van de tijd 35+ graden Celsius. Te warm om echt iets te doen. In de schaduw op de patio zitten met een koud drankje was het beste. En hoewel dat ook lekker is, wil je toch ook weleens wat zien. Brengt me bij het tweede punt.

De onverwachtse schoonheid van sommige steden

Turijn is zo’n stad die je snel overslaat. De stad van Fiat en industrie, denk je. Ik was er nooit eerder geweest. Maar wat een gemis! Hoewel de buitenwijken van Turijn er bijzonder ‘shabby’ uitzien, is het centrum van een ongekende schoonheid. De benaming ‘het Parijs van Italië’ is zeker niet uit de lucht gegrepen. Je ziet aan alles dat Turijn ooit een koningsstad was. Brede lanen, uitgestrekte pleinen, prachtige paleizen. Alles ademt grandeur.

De muggen

Nog zo’n reden om Italië in de zomermaanden te mijden. Wil je aan het eind van de middag een lekker aperitiefje op de veranda nuttigen, word je lek gestoken door de muggen. Die krengen komen of op het koolzuurgas dat je uitademt, op zweet en op lichaamswarmte. En volgens mij ook op dat lekkere frisse ‘Scandinavische’ bloed dat Nederlanders met zich meebrengen. Je kunt nog zo veel met spuitbussen Autun, citronellakaarsen en rookspiralen in de weer gaan. Niks helpt. Vorig jaar waren het trouwens de schorpioenen die ons bestookten.

Sluitingsdagen van restaurants

Natuurlijk weten we dat restaurants in Italië één dag in de week dicht zijn. En dan meestal niet de zondag. Maar toch staan we soms weer voor een dichte deur voor het restaurant waar we wilden gaan eten. Gelukkig is er dan altijd wel een andere optie in de buurt waar veel auto’s voor de deur staan en waar het eten dus blijkbaar ook goed is.

De uitgestorven steden en dorpen in augustus

Iedereen weet dat augustus dé vakantiemaand in Italië is. Italianen trekken er massaal op uit naar de zee of naar de bergen. Steden en dorpen blijven verlaten achter. Veel winkels en restaurants gaan nog altijd gewoon een paar weken dicht. Blijft toch apart om te zien.

De afstanden

‘Even’ naar een bergriviertje om af te koelen. Op zich een goed idee, want aan de oever van zo’n riviertje is het zomaar tien graden koeler. Alleen: het is bijna een uur rijden. In een auto waarvan de airconditioning kapot is, is dat geen pretje. O ja, we zijn in Italië. Voordat je op de snelweg zit, er weer af bent, en bij je eindbestemming bent, ben je zo weer een uur verder. Volgende keer toch maar een vakantiehuis met zwembad?

De vriendelijkheid van de mensen

Het is altijd weer een prettige verrassing om spontaan voor een aperitief uitgenodigd te worden door de buren. En om een mand met heerlijke tomaten, courgettes en komkommers van het land te krijgen.

Er zijn natuurlijk nog veel meer opvallende dingen aan Italië en de Italiaanse cultuur. Ik ben benieuwd wat voor jou de dingen zijn die opvallen nadat je in Italië bent geweest. Laat het weten in een reactie!