in , , ,

Dromen, durven, doen: op weg naar Italië – deel 12

Afscheid nemen bestaat… wel

Terug in Groningen met een beetje Puglia in de fietsmand
Terug in Groningen met een beetje Puglia in de fietsmand (foto's: Martine van Groenigen)

3 maanden, zo’n 100 dagen, zouden we Puglia onveilig gaan maken. Er uitzoeken of het Zuid-Italiaanse leventje een beetje zou aansluiten op onze eigen levensstijl. De ‘proefemigratie’ werd het avontuur al gauw genoemd en boy oh boy dat was het! Van tevoren denk je: 3 maanden, een kwartaal, daar komt vast geen einde aan. Maar nu, achteraf, hebben we het idee ‘maar’ een maandje weg te zijn geweest. En dat is goed. Want time flies when you’re having fun.

Tijd om naar huis te gaan

Niet zomaar naar huis

In mijn vorige column kon je het al een beetje lezen, maar de maand maart stond in het teken van bezoek. De één bleef lang, de ander korter, maar stuk voor stuk was het voor ons een goede oefening om onze B&B-droom wel degelijk uit (!) ons hoofd te zetten.

Want, hoe idyllisch die droom van tevoren was, zo niet-idyllisch was het in werkelijkheid. Ja, we zaten echt in het paradijs, dus daar lag het niet aan. Maar als het ontbijt je eigen minst favoriete maaltijd van de dag is, je om 8.00 uur klaar moet staan met verse croissantjes, gebakken boterkoek en nog meer vreterij en de ‘gasten’ pas om 9.00 uur of zelfs nog later komen aankakken…

En je ze daarna ook nog de hele dag op sleeptouw neemt, ’s avonds natuurlijk niet voor de klok van 21 uur in je nest ligt, maar ’s ochtends wel de wekker weer om 6 uur gaat. Ja, dan wordt die droom ineens iets minder idyllisch. Gelukkig kwam er iets anders op ons pad. In de laatste week van ons verblijf liepen we tegen een heel gezellig barretje aan. Wat bleek? Het stond te koop.

Laatste loodjes

En dus stond onze laatste week in het teken van makelaarsbezoeken, een bezichtiging, alles wat er in onze koppies rondging, opschrijven en vooral: nadenken. Gaan we nu, toch vrij impulsief, ja zeggen op een bar waar we ons al helemaal zien staan? Waar we zelfs al een naam voor hebben?

De plannen voor de bar

Ja, waarom niet? We maakten een afspraak bij de bank om een Italiaanse bankrekening te openen (al kon dit, bleek later, niet in de laatste week van de maand: welkom in Italië), gingen in een week 3 of 4 keer naar de makelaar met ál onze vragen, spraken met mensen die verstand hebben van huizen kopen, die zelf een restaurant hebben en eind goed al goed… Besloten we terug in Nederland het toch niet te doen.

Afscheid nemen van de hondjes

2.200 kilometer verder

Andiamo a casa

Want, toen we eind maart weer de 2.200 kilometer terugreden naar huis, merkten we dat bij elke kilometer meer richting het noorden, ons enthousiasme zakte.

Ja, de bar was fantastisch en als we het zouden doen zou het ongetwijfeld een succes worden. Een hoekpand, twee terrassen, goeie locatie in een oud centrum op een doorgaande straat: alle ingrediënten voor de nieuwe hotspot in town.

De laatste ochtend

We hadden het erover met vrienden en familie en waar de een zichzelf deze zomer al limoncello zag drinken op het terras, sloeg bij de ander de paniek toe en werden er al afscheidsdiners gehouden.

Komt er nog iemand voor de zondagslunch?

We gingen van hot naar her, maar bij thuiskomst merkten we toch dat de afstand letterlijk, maar ook in ons hoofd, het denkproces ten goede en tegelijkertijd ook niet ten goede kwam.

We hebben het toch goed

Met 2.200 kilometer in de wielen (gelukkig niet in onze benen) zaten we thuis in Groningen aan ons ronde tafeltje te discussiëren. ‘Ben je nog enthousiast?’ ‘Ja.’ ‘Maar wanneer zouden we dan gaan?’ ‘Eind mei?’ We haalden de in Puglia gemaakte notities nog eens tevoorschijn en ja, we hadden het eigenlijk allemaal al goed voor elkaar en uitgestippeld.

Weer thuis

Rekening gehouden met seizoenswerk, want wat we nu ’s winters in het dorp hadden gezien aan mensen zou er – zelfs met een rooskleurige bril op – niet voor zorgen om de lusten en de lasten te dekken.

Tweestrijd

Een paar dagen bleven we in tweestrijd. In Puglia lieten we fantastische mensen, een aantal nieuw gemaakte vrienden en natuurlijk ook het prachtige weer achter. We reden Nederland in en werden verwelkomd met een dik pak sneeuw.

De eerste week zagen we geen blauwe lucht en waren we bang dat de regen door het dak naar binnen zou komen zo veel was het. We gingen van familiebezoek naar familiebezoek en (vooral ik) realiseerde mij: ik heb eigenlijk niemand gemist. Sorry pap en mam.

Het wennen aan ons eigen thuis lukte mij niet en zeker de eerste weken vroeg ik mij af: wat dóé ik hier? Maar tegelijkertijd voelde ik het enthousiasme voor de bar als los zand uit mijn handen glippen.

Want je eigen keukentje met alle handige machines waar ik weer lekker kon gaan experimenteren, het weer dat uiteindelijk toch beter werd, het eigen bed dat na 3 weken gelukkig ook weer als eigen voelt en vooral: het eigen huis dat inmiddels weer helemaal een eigen thuis is. O ja, en de zon schijnt al een week!

Groningen: toch ook wel leuk

Ik dacht dat jij nog heel graag wilde

Het deel van Italië waar we verliefd op zijn geworden, ligt nu zo’n 2.200 kilometer verderop. En ja, we missen het. Alleen al het omgaan met onbekenden in de supermarkt. Het begroeten van elkaar op het piazza.

Het zijn van een bezienswaardigheid in het dorp (ja, dát is een domper als je een uur bezig bent met je haren föhnen en er niemand omkijkt naar je blonde lokken op de Groninger straten). De taal. Het eten. Het gemak. Alles.

Maar terwijl ik dit typ, voel ik enerzijds de emotie opkomen van ‘ik wil echt terug’, maar anderzijds ook de emotie ‘het is goed zo.’ En dat is het. We hebben Zuid-Italië in huis gehaald met een citroenboompje en de kruiden die we bij de B&B zo konden plukken.

We zijn nog eens goed rond de tafel gegaan over de bar en kwamen uiteindelijk tot de conclusie: nee. Een gevoel dat we waarschijnlijk al hadden op het moment dat we wegreden, maar waarvan het uitspreken – zeker met het wennen in Nederland – wel heel definitief zou zijn.

Een avontuur waar we zo graag nog een verlenging aan vast hadden geplakt, maar of we dat dan moeten doen met de eerste de beste kans die ons wordt aangereikt? Ik hoor je denken: nee.

En dus gaan we hier thuis weer door met barista spelen. Slingeren we ons weer een ongeluk aan de pastamachine en weten we in ieder geval dat Italië ooit ons thuis zal worden. Maar hoe, wat, waar en wanneer, daar gaan we nog even voor om tafel.

Aan alle lezers die ons de afgelopen 3 maanden hebben gevolgd: bedankt! Voor de leuke, oppeppende en meelevende reacties. Voor de berichtjes over eigen ervaringen en ook voor de vele tips!

De Dromen, durven, doen-reeks gaat nu weer de kast in. Want, even terug met beide voeten in de Groningse klei, en goed nadenken over hoe nu verder.

Mochten er bijzondere dingen gebeuren, de plannen weer uit de kast worden getrokken en er verdere vorderingen zijn, dan horen jullie het als eerste. A presto!

Written by Martine van Groenigen

In 2016 woonde Martine van Groenigen een half jaar als au pair bij een Italiaans gezin. Ze leerde er alle kneepjes van de Italiaanse keuken en verloor er haar hart. Niet aan een man, maar aan het land zelf. Sinds haar terugkomst is er geen dag geweest dat ze zich niet afvraagt ‘wat voor weer het zou zijn in De Laars.’ Op Dit is Italië schrijft ze enthousiast over haar eigen ervaringen in Italië en haar ‘Italian Dream’ die steeds dichterbij komt.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mahmood & Blanco - Brividi - Italiaanse inzending Songfestival 2022

Dit is de Italiaanse inzending voor het Songfestival van 2022 in Turijn

Slecht weer Comomeer tips

Wat te doen bij slecht weer aan het Comomeer?