Fiat werd in 1899 opgericht als de Fabbrica Italiana Automobili Torino door Giovanni Agnelli. In 1902 werd hij algemeen directeur van deze firma. Al in 1900 werden de eerste 24 Fiat-auto’s geproduceerd. Agnelli was zelf autocoureur en ook Vincenzo Lancia reed in eerste instantie voor Fiat.

In 1908 werd Fiat ook actief in Amerika onder de naam Fiat Automobile Co. En het bedrijf breidde het assoriment uit naar trams, vrachtwagens en schepen. In de Eerste Wereldoorlog produceerde Fiat vooral voor het leger, maar in 1922 werd in Lingotto een tweede fabriek geopend. Dit was een moderne fabriek met vijf verdiepingen en een testbaan op het dak. Dit was toen de grootste autofabriek van Europa.

Na de oorlog was Fiat snel hersteld. Er werd een nieuw model gelanceerd, de Fiat 509, met vier zitplaatsen. Fiat was een populaire werkgever in die tijd, omdat het bedrijf veel voor zijn personeel deed in de vorm van scholing, sportclubs en gezondheidszorg. Toen Mussolini aan de macht kwam in Italië, moest het bedrijf zich richten op de interne markt. Het bedrijf kwam in die jaren met twee nieuwe modellen, de Balila en de Topolino. Die laatste zou 20 jaar lang in productie blijven, tot 1955.

Fiat werd na de oorlog een populair Italiaans automerk met bekendheid over de hele wereld. Het merk introduceerde verschillend populaire modellen, zoals de 500, de panda en de 600. Fiat is nog steeds het grootste automerk van Italië en de Fiat Group beheert ook merken als Lancia, Maserati en Alfa Romeo. In de 21ste eeuw wist Fiat zelfs te profiteren van de crisis bij de Amerikanen en nam het een groot deel van Chrysler over. Sinds enige tijd worden Chryslers nu als Lancia’s in Europa op de markt gebracht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *