in ,

Column: kleren maken de man

Kleren maken de man, zo is de uitdrukking. Dat geldt zeker in Italië. Hoe je erbij loopt is van groot belang. Het tekent de dag. Straalt iets uit. Of je nu op de camping bent, in een voetbaltoernooi verdwaald bent geraakt of alleen maar even snel een boodschapje moet doen. Nooit, nooit ga je ‘ongekleed’ de deur uit. En met ‘ongekleed’ bedoelen we dan alsof je net in de achtertuin gewerkt hebt. 

Italianen kleden zich netjes aan als ze de deur uit gaan. Al is het maar voor een eenvoudige boodschap. Natuurlijk, elk land heeft uitzonderingen en die zijn hier ook, maar toch… de gemiddelde Italiaan gaat geen boodschappen doen in zijn korte broek op slippers. Laat staan dat men zo de stad in gaat.

De mooiste winkels

Italiaanse badplaatsen hebben de mooiste winkels. Langs de wandelboulevard van Viareggio kun je je ogen uitkijken en je beurs leeg-shoppen.

Er zijn prachtige kledingwinkels. Allemaal op mooie straathoeken. Winkels die één ding  gemeen hebben: ze zijn duur. Prachtige kleren, prachtige prijzen. Maar ook in l’Italia heeft de crisis toegeslagen. Dus die winkels zijn er nu alleen nog voor de toerist en Italiaan met genoeg geld.

Wat er nu mist is juist die gewone, goedkopere klerenwinkel. De winkel met grote bakken met graaikleren en de niet al te dure poloshirts. De winkels waar Nederland beroemd om is. Die winkels die je er in elk dorp en elk winkelcentrumpje tegenkomt.

De goedkopere winkels

Zijn die er dan niet? Die winkels met het goedkopere maar daarom nog niet minder goede textiel? Nee, deze winkels zijn er niet, maar… het  aanbod is er wel.

Italianen kopen met hetzelfde gemak kleren en schoenen op de markt. Loop over een Italiaanse markt en je ziet openlucht-kledingwinkels in overvloed. Veel meer dan in Olanda.

Er is natuurlijk wel het een en ander op te merken. De kleiding loopt soms al een mode of twee achterop, maar daar is de prijs dan ook naar. Voor dat geld kun je twee keer, nietwaar? En dat spreekt niet alleen Nederlanders aan, maar ook de Italianen die op de kleintjes moeten letten.

Je ziet dus hele volksstammen met overgave in de bakken met goedkoop textiel graaien en dingen aan een nader onderzoek onderwerpen. Er wordt ook materiaal verkocht waarvan soms iemand niet helemaal zeker is of dat nu wel echt past. Een pashokje is op de markt een probleem. Maar niet getreurd, achter de halfopen deur van de bus van de marktkoopman is ook wel ruimte. En met een beetje gefrunnik kom je dan een heel eind.

Alles is te koop

Verder verkopen ze natuurlijk van alles op klerengebied. Van degelijke truien (ook in de zomer verkoopt de Italiaanse marktkoopman/kledingadviseur wel een wollen trui), tot ondergoed en zomerse polo’s. Badhanddoeken, truitjes, rokken, jurken en wat al niet. Ondergoed, dames-dingen? Geen probleem. Niemand op de markt die daar nu apart van opkijkt.

‘Zeg, pa, dat ga je nu toch niet aantrekken? Hier op de markt? We staan voor gek!’

Pap, ga dat nu toch niet hier op de markt passen, man! Jij staat voor gek en wij ook. Ik hoor hier niet bij!’ Maar de Hollandse pa (groot en blond) zet onverstoorbaar door. Eerst even voor de buik langs houden, dan vragen of er ook een exemplaar is in XXXL. Want Italianen zijn nu eenmaal niet al te lang en breed en XXL is al erg groot. XXL is al bijna een onzinnige vraag. Die maat is er soms alleen voor dikke oude mannetjes.

Pa trekt gewoon zijn eigen T-shirt uit en trekt de polo – net gekocht – aan. Niemand kijkt op of om van die merkwaardige Hollander. Iets wat wij thuis in eigen stad of dorp, waarschijnlijk nooit zouden doen (alleen al het klimaat raadt het je thuis af en stel wie je allemaal kan zien, nietwaar?), maar hier kan het best. Goedkope kleren kopen doe je in Italië nu eenmaal op de markt.

Kleding in de supermarkt

Schoenen passen, even een rokje proberen over de eigen rok heen? Geen probleem op een Italiaanse markt. Men kent daarin geen apart protocol. Waar wel dan? In de winkel natuurlijk. Gewoon, bij de boodschappen! Italianen zijn erg schoon. Hygiënisch. Gewoon iets uit een schap pakken wat niet voorverpakt is? Niet, dus.

Fruit pakken we met plastic handschoenen aan en we zitten niet met onze blote handen aan brood of koek. Dus ondergoed kopen in de winkel, tsja. Ook in de Italiaanse versie van die Duitse winkelketens staan grote bakken met tuinslangen naast bh’s of joggingbroeken en sloffen. Dat moet je toch echt op gevoel kopen en thuis maar even moeten proberen.

Een nieuwe polo en een broodje zwijn

Op de hoek, bij de laatste marktkraam, kopen we een broodje varkensvlees. Of eigenlijk is het een broodje dik belegd met op de kar geroosterd vlees van een wild zwijn. Met tassen vol goedkope kleren en de mond vol vlees, lopen we tevreden naar de auto. En pa heeft zijn nieuwe polo aan en het oude T-shirt in de tas. Kleren maken de man. En Italiaanse markten zijn een belevenis.

Written by Peter van der Naald

Peter van der Naald geeft op nuchtere, humoristische wijze commentaar. In een volkomen eigen stijl en met eigen taalgebruik. Het sterkste punt van zijn stukjes is dat ze gaan over schijnbaar doodnormale zaken. Humoristisch geschreven in een eigen stijl. Met woordgrapjes die ook weer aanzetten tot nadenken. Een bijzondere kijk op Italië, op herkenbare situaties. Dingen van elke dag waar iedereen die wel eens in Italië is geweest, zich in kan herkennen.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De dans van de duivels

Is Italië duur als vakantieland?