Puglia voor beginners: alle tips voor een geslaagde vakantie in Apulië

Woohoo, je hebt geboekt! Je vakantie naar Puglia staat op het punt te beginnen. De hak van de laars, bekend om de witte trulli, orecchiette en natuurlijk de blauwe zee en witte stadjes. Italië weet ons keer op keer te verrassen en zeker Apulië is zo’n gebied waar je van denkt: ‘Ja, ook dit is écht Italië.’

Maar tussen alle Puglia-tips kan het ook goed verdwalen zijn. In welke streek ga je verblijven, hoeveel dagen moet je ervoor vrijhouden, maar ook: wat zijn nuttige dingen om mee te nemen (of thuis te laten) en welke souvenirs zijn nou écht leuk.

Kortom, in deze gids Puglia voor beginners vind je alles om jouw eerste vakantie in Puglia een groot succes te maken.

Inpakken voor je vakantie in Puglia

Laten we het eerst eens hebben over wat je in je koffer moet stoppen voor een trip naar Puglia deze zomer.

1. Kaarten, dobbelstenen: iets van een spel

Je kent vast wel de foto’s en video’s van oude mannetjes op een piazza die in een kringetje zitten te kaarten. Geen aas, schoppen en klavers, maar vaak kaarten met bijzondere figuren erop. De Italianen zijn dol op kaartspelletjes en ze kennen er vaak tientallen.

Wil je dus een beetje aanspraak krijgen? Ga dan op een terrasje zitten Yathzee’en, Qwixx’en of gewoon het ‘ouderwetse’ pesten en het is geheid een succes. Niet alleen voor de aanspraak, maar ook gewoon om eens geen mensen te hoeven kijken.

2. Medicijnen

Misschien een open deur, maar ik wil het je toch maar even meegeven. Waar de buitenlandse farmacia’s soms stukken goedkoper of gemakkelijker zijn, is dat voor je go to pillenverzameling helaas niet overal zo.

Zo betaal je in Nederland bij de plaatselijke superbuur nog geen € 2 voor een pakje paracetamol of Ibuprofen en moet je er bij de farmacia met in ieder geval briefgeld voor komen én soms ook nog eens met een recept.

Dat is toch jammer als je tijdens die limoncellokater even besluit aan de dag te beginnen met twee paracetamolletjes.

3. Zonnebrand

Is dit artikel een en al open deuren? Ja. En ook weer nee. Het is een beginners guide. Dus ik kan me voorstellen dat je denkt: ah, lekker naar Puglia, ik ga niet smeren want dan word ik extra bruin. Doe het niet, want je verbrandt hier ’s zomers bijna levend.

In Nederland denk je vaak dat de UV-index stopt bij 8, maar in Puglia is dat een zomerse ochtend of avond. Zeker als je gehecht bent aan een bepaalde zonnebrand omdat-ie goed smeert of goed werkt bij je zonneallergie bijvoorbeeld: neem je eigen smeerseltje mee. Om teleurstelling, maar ook zeker ellende te voorkomen.

4. Kruiden

Deze tip is vooral als je voor een langere periode naar Puglia gaat (en ik spreek uit ervaring). Drie weken pasta, pizza en andere Italiaanse specialiteiten eten, gaat misschien weleens vervelen. Ik kan me daarom heel goed voorstellen dat je soms eens zin hebt in Hollandse pot of een nasi, curry of ander kruidig gerecht.

Ga er niet vanuit dat je de kruiden hiervoor in de supermarkt vindt. Dan kan het alleen maar meevallen als je ze wél vindt. De Italianen zijn zo trots op hun keuken dat je torenhoge schappen met pasta’s en tomatensauzen zult vinden, maar misschien één klein rekje met buitenlandse dingen.

In de grote steden wordt het wel steeds meer, maar ja: echte saté- of nasikruiden blijven altijd een lot uit de loterij op vakantie. Ook handig als je eens voor je Italiaanse buren op de camping wilt koken.

Dit laat je lekker thuis voor je vakantie in Puglia

Goed, met de must-haves voor je vakantie uit de weg geruimd, kijken we nu even naar de dingen die je beter thuis kunt laten.

1. Fietsen

Ja. Nederlanders verenigt u. Wij trotse rijders van ons stalen ros hebben er nog weleens een handje van om overal onze fietsen mee naartoe te nemen. En dat is leuk, want je kunt op je dooie gemakje – of beter op je springlevende Batavus – een nieuw gebied verkennen.

Schaar je jezelf onder de gerenommeerde sportfietsers met goed materieel en kwieke kuitjes? Dan kun je er nog eens over nadenken je fiets mee te nemen. Zo niet? Laat ‘m dan lekker thuis en houd die ruimte in de auto of camper over voor wat extra doosjes wijn of andere souvenirs op de terugweg.

Puglia is namelijk wel vlak vergeleken met een Toscane of Emilia-Romagna, maar niet zo vlak vergeleken met de Hollandse polder. De wegen zijn heuvelachtig, slecht aangelegd en ook niet ingericht op fietsers.

Her en der vind je wel een paar fietspaden, maar zeker als je je fiets meeneemt om de stadjes te verkennen, houd dan rekening met steile klimmen en veel getoeter.

2. Pasta(machine)

Ik snap je zo goed. Je gaat op vakantie naar Puglia, misschien wel een paar weken, en denkt: ik neem mijn eigen pastamachine mee, want dan kan ik me daar eens lekker uitleven. Fanatieke hobbykok die je bent.

Verdiep je beter in de speciale materialen die je er kunt kopen voor je pasta’s thuis. Bijvoorbeeld het 00-bloem, raviolivormen of andere gadgets. Want pasta maken, dat is leuk, maar het is ook zó makkelijk en heerlijk (!) te verkrijgen in de supermarkt.

Waar moet je op letten tijdens je vakantie naar Puglia?

Tijd voor de belangrijkere zaken. Want waar moet je rekening mee houden als je eenmaal in Puglia bent? Hier zijn de beste tips.

1. Parkeren

Ik vertelde je eerder al in een blogje over de Italiaanse parkeeretiquette, maar ik kan je niet vaak genoeg waarschuwen. Parkeren mag in Italië volgens de ongeschreven regel (bijna) overal. Maar vermijd toch die gele vakken!

Wil je je auto even dubbel neerzetten om een koffietje te halen? Kan. Even parkeren op de invoegstrook (!) op de snelweg om te bellen? Niet heel vriendelijk, maar kan. Parkeren kan overal, maar let goed op of je de auto niet in een geel vak, een vak speciaal voor zwangere dames of een voor mindervaliden zet. Want dan kun je echt wel een bon verwachten. Anders… valt ’t allemaal wel wat mee.

2. Oude en nieuwe stadjes

Zoals veel steden in Italië zijn ook in Puglia de stadjes verdeeld in twee gedeelten: oud en nieuw. Het oude stadje, vaak met de nauwe kruip-door-sluip-door-straatjes, witte huizen en idyllische hoekjes.

En het nieuwe stadje, vaak met grote flats, moderne gebouwen en bedrijven en veel rumoer. Schrik daarom niet als je bijvoorbeeld Alberobello inrijdt en overal trulli verwacht maar niet ziet. Je bent waarschijnlijk nog in het nieuwe gedeelte.

Helaas werden de oude steden altijd hoog gebouwd om de vijand aan te zien komen en hechten de Italianen weinig waarde aan de aanblik van hun stad dus rijd je vaak langs lelijke flatgebouwen en andere ‘troep’ het mooie stadje in. Ach ja, dan is de waardering des te groter daarna.

3. Siësta

Ja, de siësta. Het middagdutje. De lange lunch. In Puglia kun je – spreekwoordelijk – tussen 13.00 uur en 17.00 uur een speld horen vallen. Bijna alles is dan gesloten. Zeker ’s zomers. Het is dan simpelweg té warm en men wordt zo gedwongen piano piano te doen.

Maak je niet druk, ’s avonds zijn de winkels vaak tot laat geopend. En niets beter dan elke dag gewoon de mogelijkheid te hebben voor een uitgebreide lunch met een aperitivo én een digestivo en dan ook nog eens tijd over hebben om je ‘roes’ uit te slapen.

4. Auto huren

Een auto huren kan, zeker ’s zomers, een dure grap zijn. De prijzen schieten door het dak en om Puglia zelfs maar te verkennen met een Fiat 500 onder je kont, moet je een dikke portemonnee trekken. Zeker als je een auto huurt direct op het vliegveld.

Die snelle autojongens zijn natuurlijk niet dom en weten dat iedereen die met het vliegtuig komt wel bijna een auto ‘moet’. Tip: blijf je niet in de stad waar je op vliegt – dus logeer je buiten Bari of Brindisi – kijk dan in een plaats verderop naar een autoverhuurbedrijf. Vaak liggen de prijzen hier een stuk lager en soms willen ze je nog op het vliegveld opwachten ook.

Met je eigen auto naar Puglia rijden kan natuurlijk ook, maar dan moet je wel een paar dagen extra voor je reis uittrekken.

5. Het openbaar vervoer

Men zegt: hoe verder je naar het zuiden gaat in Italië, des te meer ga je terug in de tijd. En daar zit zeker een kern van waarheid in, maar niet als het gaat om het OV en dan in het bijzonder: treinvervoer. Echt, met de trein reizen is spotgoedkoop, super chill en een duurzame manier van transport in Italië.

Let echter wel op welke trein je neemt. De Intercity’s zijn vlot, je kunt je fiets erin meenemen, maar hun stations liggen soms wel op de meest onlogische plekken.

De boemeltreintjes daarentegen zijn traag, laten je wel verschillende leuke plekjes zien en de stations liggen soms midden in de dorpjes. De bussen zijn in Puglia minder betrouwbaar. Een buschauffeur moet maar net zin hebben, zijn kopje koffie op tijd op hebben gehad en geluk hebben dat de lunch met z’n moeder niet uitloopt, anders kun je het als argeloze busreiziger wel schudden.

Meenemen voor thuis

Ah, tijd om souvenirs te vergaren. Wat is leuk om mee te nemen voor thuis?

1. Olijfolie + kannetje

Als je een tijdje tussen ál die olijfbomen in Puglia ronddwaalt, wil je eigenlijk niet anders dan je eigen olie in zo’n leuk keramieken schenkflesje. Het smaakt lekkerder, het staat leuker dan zo’n Bertolli-fles en nou ja: je wilt gewoon íets als aandenken aan je vakantie in Puglia.

De keramieken olieflesjes zie je in (bijna) elke toeristische plek, maar wil je helemaal losgaan tussen het keramiek, breng dan een bezoekje aan de keramiekwijk in Grottaglie. Hier vind je de oliekannetjes of -flesjes in alle vormen, kleuren en maten.

2. Iets van keramiek: pumo

Als je dan toch in Grottaglie bent en het souvenirthema keramiek wilt aanhouden, vergeet dan niet de pumo. Een bloemknop die staat voor nieuw leven en vaak wordt gegeven bij geboortes, verhuizingen en dergelijke.

Ook deze zijn er weer van groot tot klein en van zwart tot felroze. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. En het is écht van Puglia, dus ga je bij de plaatselijke Action waarschijnlijk niet vinden in het prullariaschap.

3. Altamura-meel

Ben je een echte broodbakker? Bezoek dan zeker Altamura en boek bijvoorbeeld een foodtour via Casa Didecca (een heel bijzondere kaasboer, maar Vito is ook een specialist op het gebied van Altamura-brood en focaccia).

Hij neemt je dan mee langs verschillende bakkers en laat je van alles proeven. Achteraf een zakje meel mee in de koffer en thuis eens kijken of je goed hebt opgelet.

4. 00-bloem en semolina

Geen broodbakker maar een goeie slingerhand aan je pastamachine? Sla dan zeker niet het bloem-, meel- en bakschap over in de supermarkt óf bij een speciaalzaak. Waar de Nederlandse pastahype vaak nog weleens gebruik maakt van extra hoge prijzen voor 00-bloem, is dit in Italië gewoon ‘lekker gewoon gebleven.’

En als echte 00-bloem-ontkenner: ja, je merkt echt het verschil tussen 00-bloem met semolina of gewoon patentbloem.

5. Peperoncino en andere kruiden

’s Zomers zul je ze overal zien hangen: de drogende peperoncino. Hete pepertjes die er onwijs gezellig uitzien. Je kunt ze gedroogd, maar ook al gemalen kopen. Het is lekker scherp (joh), maar heeft ook iets fris.

Daarnaast vind je op de weekmarkten kramen met tientallen verschillende soorten peperkorrels, zout en andere lokale specerijen. Je kunt er mengsels kopen, maar ook zelf thuis lekker aan de slag om een echt ‘Pugliees mengseltje’ te maken. Altijd ene leuk souvenir, zeker voor een foodie.

Nog een paar andere souvenirtips:

• Taralli: de ronde zoutjes uit Puglia.
• Orecchiette: de oortjespasta uit Bari (haal ze bij de nonna’s die ze buiten voor hun deur zitten te maken).
• Een Massaia: een dikke dame uit Lecce.
• Een flesje wijn van een leuke wijnboer waar je bent geweest. Inspiratie nodig? In dit artikel heb ik er 4 voor je op een rijtje gezet.