Midden in de Quartieri Spagnoli (Spaanse wijk) ligt een van de beroemdste trattoria’s van Napels, zo niet van heel Italië. En dat is niet vanwege de kwaliteit van het eten (die overigens zeker niet slecht is) en al helemaal niet vanwege de uitstekende service. Nee, integendeel, juist voor het gebrek daaraan… Maak kennis met Nennella, Napoli in ottima forma!
En laat Nennella (van het Italiaanse sprookje Ninnillo en Nennella, een soort Hans en Grietje) daar nou net z’n handelsmerk van hebben gemaakt. Helemaal volgens oud-Napolitaanse folklore. Belevenis-eten à la Napolitana. Dat moesten wij met een clubje mensen uit ‘het klasje’ gaan zien. Ook Luca (Napolitaan en hosteleigenaar) was mee als onze gids.
Het begint al bij de deur. Je geeft je naam en het aantal personen op en als je geluk hebt, schreeuwt de dienstdoende kelner – boot camp style – even later dat je binnen mag komen.
Dan loop je zo’n typisch Napolitaans restaurant binnen, met twee kale ruimtes, tafels, stoelen en een shabby tafelkleed. That’s it. Aankleding? Die komt al genoeg uit het optreden van de grofgebekte obers. Met het nodige geweld worden er flessen wijn en water op tafel geknald. Drinken doe je maar uit plastic bekertjes.
Dan is Luca plotseling de klos. De ober grijpt hem keihard in z’n kruis. Pardon? Ja, bij Nennella weet je nooit wat je te wachten staat. Eén van de Amerikanen uit ons midden, Shawn, was er al vaker geweest met Luca en mensen uit het hostel en had een veilige plek in de hoek uitgezocht. Hij lachte echter iets te hard…
Terwijl we aan het voorgerecht van pasta zaten, kwam de baas binnen. Even leek het een normaal tafereel. Niets aan de hand. Vriendelijk knikkend. ‘Buonasera, buonasera. Come va?’ Met een snelle reflex dook de baas de hoek in en was het Shawns beurt. Wijn en borden met eten vlogen over de tafel heen. En Shawn was de rest van de avond misselijk… De aanwezige gasten lagen natuurlijk in een deuk en daar is het precies om te doen bij Nennella. Daarvoor komt men hier van heinde en verre eten.
I secondi piatti. De hoofdgerechten worden op tafel gekwakt. De contorni (bijgerechten) ook. Wortels, champignons, aardappelen, spinazie. Getatoeëerde obers schreeuwen tegen ons en tegen de andere gasten. Er wordt luidkeels gezongen. Het restaurant zit bomvol. Iedereen wil die ruwe bolsters wel eens van dichtbij zien.
Het dessert bestaat uit fruit. Er zijn twee opties: ofwel je pakt het zelf uit de wc-pot óf je krijgt een sinaasappel naar je hoofd. Blijven opletten, dus! Dan gaat de muziek ineens hard aan. Er wordt een tafel opzij gegooid. En dan moeten verschillende dames in ons gezelschap dansen met de ober…
Het zit erop. Voor vier gangen rekenen we 10 euro per persoon af (lekker makkelijk rekenen) en we worden luidruchtig de deur uit gewerkt. Er staan inmiddels tientallen gasten op de stoep die ook naar binnen willen. Zo’n restaurant kan waarschijnlijk alleen in Napels. Want waar anders ben je blij als je ballen de avond hebben overleefd?
Mocht je ooit in Napoli zijn en you’ve got the balls, breng dan zeker een bezoek aan Nennella. Een onvergetelijke ervaring.
Comments