in ,

Verkiezingen Italië 2022: een handleiding

Volgt Giorgia Meloni na de verkiezingen in Italië Mario Draghi op als premier?

Verkiezingen Italië 2022 - Giorgia Meloni
Volgt Giorgia Meloni na de verkiezingen in Italië Mario Draghi op als premier? (foto: Wikimedia)

Op zondag 25 september om 7 uur ’s ochtends gaan in Italië de stemlokalen open voor de verkiezing van een nieuw parlement. Wanneer ze om 23 uur weer sluiten, moet duidelijk worden wat voor volksvertegenwoordiging het land krijgt en wie Mario Draghi gaat opvolgen als premier.

Maar veel suspense brengt de verkiezingsstrijd ditmaal niet. De overwinning van rechts, dat verenigd de verkiezingen ingaat, op de verdeelde centrumlinkse partijen is zo goed als zeker. Dat maakt het meer dan waarschijnlijk dat de leidster van de grootste rechtse partij, Giorgia Meloni van Fratelli d’Italia, van president Mattarella opdracht gaat krijgen om een nieuw kabinet te formeren.

Maar zo ver is het nog niet, dus laten we eerst eens kijken hoe er precies wordt gestemd en waarom de kans op een rechtse zege zo groot is.

Hoe en waarvoor wordt er gestemd

Net als bij de verkiezingen van 4 maart 2018 worden zowel de Senaat als de Kamer van Afgevaardigden – die in Italië vrijwel dezelfde bevoegdheden hebben – vernieuwd. Met 2 belangrijke verschillen. Het aantal te kiezen parlementariërs is intussen drastisch teruggebracht: in de Kamer van 630 naar 400 leden en in de Senaat van 315 naar 200.

Het gevolg is een parlementaire stoelendans waarbij ook grote namen hun zetel dreigen te verliezen. Zodoende hebben de bestuurders van de verschillende partijen de kandidatenlijsten grondig dichtgetimmerd om ervoor te zorgen dat hun favorieten in ieder geval wél een kans maken. Voorkeurstemmen kun je daarom dus wel vergeten.

Een tweede nieuwtje is dat voor de Senaat de stemgerechtigde leeftijd is verlaagd van 25 naar 18 jaar, dezelfde leeftijd als voor de Kamer. De beide kamers van het Italiaanse parlement gaan elkaar qua samenstelling dus nog meer overlappen dan voorheen, wat in de praktijk gewoon dubbel werk betekent en de effectiviteit van de politieke besluitvorming niet ten goede komt.

Wel moet je om te worden gekozen in de Senaat (die in het oude Rome letterlijk een vergadering van wijze oude mannen was) nog minstens 40 zijn, terwijl voor de Kamer 25 jaar voldoende is.

Het rosatellum, een electoraal gedrocht

Italiaanse politici zijn gek op het verzinnen van steeds nieuwe kiesstelsels en gaan er daarbij van uit dat hoe iemand wordt gekozen minstens zo belangrijk is als wie er wordt gekozen. Dat kan leiden tot wonderlijke compromissen.

Het huidige, in 2017 ingevoerde, kiesstelsel is daarvan een goed voorbeeld. Het staat bekend als rosatellum, genoemd naar de ontwerper ervan, Kamerlid Ettore Rosato, een vertrouweling van oud-premier Matteo Renzi.

Het is een fantasierijke maar tevens wanstaltige mix van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging (zoals in Nederland) en een districtenstelsel (zoals in Groot-Brittannië), waarbij de kiezer op 2 verschillende stembiljetten viermaal een kruisje moet zetten.

Hier de voornaamste regels:

  • 61% van de zetels, ofwel 245 in de Kamer en 122 in de Senaat, worden proportioneel over de partijen verdeeld naar gelang het aantal behaalde stemmen. Dus wie 10 of 20% haalt, krijgt ook 10 of 20% van deze zetels.
  • 37% (147 in de Kamer en 74 in de Senaat) gaat in evenzovele districten naar de man of vrouw met de meeste stemmen. Dus als een kandidaat van rechts 40% haalt en twee kandidaten van links 30%, dan wint de kandidaat van rechts, ook als hij/zij niet de meerderheid krijgt. En dat is precies wat er in veel districten gaat gebeuren, omdat rechts een verenigd front vormt en de progressieven verdeeld de strijd ingaan. Dat betekent dat de rechtse coalitie, die in de peilingen goed is voor 46-47%, in viervijfde van de districten kan winnen en daarmee op minstens 60% van het totaal aantal zetels komt.
  • De laatste 2%, 4 senatoren en 8 Kamerleden, worden gekozen door Italianen in het buitenland., dat door de kiescommissie daartoe netjes in 4 Italiaanse kiesdistricten is verdeeld.

De rechtse coalitie

Het rechtse verbond bestaat uit 3 partijen (plus een niet ter zaken doende splinter) die het over één ding grondig eens zijn: samen kunnen en moeten ze de regeringsmacht veroveren. Tegelijk azen ze op elkanders kiezersvolk dus hoe lang de idylle standhoudt, is nog maar de vraag, maar dat is van later zorg.

Giorgia Meloni

De onbetwiste ster van de campagne is Giorgia Meloni, die haar extreem-nationalistische Fratelli d’Italia (letterlijk Broeders van Italië: de aanhef van het Italiaanse volkslied) van een zielige 4,3% bij de verkiezingen van 2018 naar een (nu nog) virtuele 25-27% heeft gedragen.

De wortels van FdI liggen in de neofascistische beweging en dat brengt veel commentatoren, vooral buiten Italië, ertoe om Meloni af te schilderen als een gevaar voor de democratie.

Dat is wel wat overdreven, want de nieuwe aanhangers van haar partij zijn echt niet allemaal fascisten, maar in de eerste plaats conservatieven die de zaken het liefst zo houden als ze zijn, met het traditionele gezin en geloof, behoud van de bestaande orde en voorrechten en een soepele fiscus.

Uiteraard legt FdI grote nadruk op het nationaal belang, maar tegelijk stelt Meloni zich pro-Europees en Atlantisch op en onderschrijft haar partij het tot nu gevolgde beleid van steun in de oorlog tegen Rusland.

Matteo Salvini

Dat kan niet gezegd worden van haar voornaamste bondgenoot, tevens rivaal, Matteo Salvini, de leider van de Lega. Waar Meloni in de afgelopen jaren steeds populairder is geworden, is de ster van Salvini gestaag gedaald na zijn mislukte greep naar de macht in 2019.

Toen stond zijn Lega in de peilingen op 34%, nu nog maar op 12-14%. De meeste van die voormalige Lega-aanhangers zijn overgegaan naar de partij van het nieuwe idool van rechts, Meloni dus.

Salvini probeert, zonder zijn bondgenote al te frontaal aan te vallen, een deel daarvan terug te winnen met spectaculaire (en onbetaalbare) beloften: een vlaktaks van 15%, kwijtschelding van belastingschulden, verlaging van de pensioenleeftijd, extra steun tegen de hoge energieprijzen.

Bovendien is hij als oude bewonderaar van Poetin tegen de wapensteun aan Oekraïne en tegen de anti-Russische sancties. In een toekomstig rechts kabinet wordt hij, en niet Meloni, het voornaamste obstakel voor een gezamenlijk Europees Oekraïnebeleid.

Silvio Berlusconi

Als Dritte im Bunde hebben we nog een voormalige leider en roerganger van rechts Italië, Silvio Berlusconi, 85 inmiddels en still going strong. Silvio’s campagne heeft zich beperkt tot een reeks videofilmpjes met dezelfde boodschappen en beloften als die waarmee hij 1994 de politieke arena betrad.

Zijn partij Forza Italia is gezakt naar 7-8% en kachelt maar zo’n beetje mee met de andere 2. Maar voor Berlusconi zelf is deze verkiezing vooral een persoonlijke genoegdoening. Hij staat weer kandidaat en keert terug in de Senaat, waar hij in 2013 na zijn veroordeling wegens belastingfraude uit werd gezet, wat hij als een grove belediging ervoer.

De verdeelde (toekomstige) oppositie

De andere grote verliezer, naast Salvini, dreigt Enrico Letta te worden, de leider van de Partito Democratico, met ruim 20% de grootste partij van links. Letta heeft in de afgelopen weken vooral gehamerd op voortzetting van het hervormingsbeleid van Draghi en op het vermeende ‘gevaar voor de democratie’, waar de meeste Italianen niet echt in lijken te geloven.

Ook heeft hij geprobeerd om met andere progressieven een verenigd (door hem geleid) front te vormen, maar die lieten rap verstek gaan toen uit de peilingen bleek dat ze meer stemmen konden halen als ze op eigen houtje de verkiezingen in gingen.

Zodoende heeft de PD alleen met 2 kleinere linkse formaties een akkoord kunnen sluiten en komt de door Letta gedroomde coalitie van centrumlinks niet verder dan 26-27%, maar liefst 20 procentpunten minder dan die van rechts.

Dat is voor een deel te danken aan oud-premier Matteo Renzi en Carlo Calenda, voormalig minister van Economische Zaken. Liever dan zich aan te sluiten bij Letta hebben zij hun twee kleine partijtjes, Italia Viva en Azione, verbonden in een ‘centrumcoalitie’ om samen jacht te maken op gematigde kiezers voor wie de koers van Meloni’s verbond te rechts is.

Dat lijkt maar half te lukken: hun aanhang lijkt zich te beperken tot circa 7%, waarvan het grootste deel niet van rechts komt maar van de PD.

Vijfsterrenbeweging

Tenslotte is er nog de Vijfsterrenbeweging (M5S). De grote winnaar van de verkiezingen van 2018 (33%!) is in de afgelopen jaren door interne twisten, afscheidingen, royementen en bestuurlijke onbekwaamheid in de versukkeling geraakt en is daarbij al tweederde van haar parlementariërs kwijtgeraakt.

Oud-premier Giuseppe Conte, die de M5S sinds dit voorjaar leidt, heeft geprobeerd om iets van het aanvankelijke elan van de partij terug te winnen door een radicaal-groenlinkse koers te varen: uitbreiding van het – door toedoen van de M5S ingevoerde – ‘burgerschapsloon’ (een soort bijstandsuitkering); meer geld voor slachtoffers van covid en hoge gasprijzen; geen hervergassingsinstallaties en geen afvalverbranders.

Dat zijn nou net de zaken waarover Renzi en Calenda, evenals de meerderheid binnen de PD, volkomen anders denken. Voeg daarbij dat de M5S door haar steun aan het kabinet te ontzeggen de crisis heeft ontketend waardoor de regering-Draghi op 21 juli ten val kwam, dan is het duidelijk dat het gezamenlijke anti-rechtse front eenvoudigweg onmogelijk was.

Maar de M5S heeft wel garen gesponnen bij de val van Draghi. De partij is sindsdien opgekrabbeld van minder dan 10 naar ruim 12%, en dat is nu eenmaal waar het de politieke leiders om gaat.

Wat wordt de uitslag?

De ervaring wijst uit dat in Italië conservatieven en progressieven (in het stemhokje althans) ongeveer gelijk zijn verdeeld, met een klein overwicht voor de eersten. Als de progressieven willen winnen, moeten zij dus verenigd zijn en de tegenstanders niet, zeker bij een kiesstelsel dat coalitievorming bevordert.

Ditmaal is precies het omgekeerde het geval. Hun onderlinge verdeeldheid heeft voor de progressieven rampzalige gevolgen voor de zetelverdeling in de districten. Alle peilingen geven de coalitie van Letta een achterstand van 20 punten op rechts en hoewel peilingen er vaak naast zitten (maar nooit zo ver), valt die onder enigszins normale omstandigheden niet in te lopen.

En daarom is de vraag ook niet wie er op 25 september gaat winnen, maar of de rechtse coalitie meer of minder dan 60% van de zetels in de wacht sleept.

Update 26 september: zoals voorspeld wint Giorgia Meloni de verkiezingen.

Written by Aart Heering

Historicus die al meer dan 30 jaar in Italië woont, waarvan 20 als journalist en 12 als medewerker pers en politiek van de Nederlandse ambassade in Rome. Is sinds mei 2022 weer werkzaam als journalist. Actief lid van de Gruppo del Gusto, de gourmetgroep van de buitenlandse persvereniging in Rome.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Luxe Airbnb-accommodaties in Italië

De 10 meest extravagante Airbnb’s in Italië

emigreren naar Italië? domani!

Dromen, durven, doen: op weg naar Italië – deel 13