in , , ,

Column: te voet naar Rome – deel 17

Jarenlang ging ik altijd in het voor- of in het naseizoen op vakantie. Maar nu ik deze voetreis naar Rome maak, zit ik opeens noodgedwongen in het hoogseizoen in zeer toeristisch gebied. San Gimignano, Monteriggoni, Siena. Het zijn prachtige oude steden die op dit moment overspoeld worden door toeristen.

In San Gimignano zat ik een tijdje op een terras aan het begin van de hoofdstraat en zag ik een onafgebroken stroom aan toeristen aan me voorbij trekken. Nederlanders, Duitsers, Scandinaviërs. Meest blonde mensen, vaak met jonge kinderen, vader in lange korte broek, moeder in wapperende zomerrok. Allemaal in dezelfde trage tred bewogen ze zich naar het centrum, bezweet, want vaak al vanaf de camping of het appartement een stuk gereden, parkeerplaats moeten zoeken, de berg op moeten lopen want deze plaatsen liggen altijd op een heuveltop, enzovoorts, enzovoorts.

gimignano

Veelal laten ze zich op het eerste de beste terras neerzakken om even bij te komen. Daar krijgen ze dan een drankje van vijfenhalve euro per stuk geserveerd door overwerkt personeel en leest moeder een stukje voor uit de reisgids. Ja, het is hard werken, zo’n culturele vakantie en ondertussen word je van alle kanten het geld uit de zakken geklopt. Denk maar niet dat je gewoon een kerk kunt binnenlopen, voor iedere beetje bekende kerk wordt entreegeld geheven.

Aardewerk

Van het gewone Italiaanse leven is in deze plaatsen nog maar weinig te merken. Alles is ingesteld op het toerisme. Neem alleen al het winkelbestand met een overmaat aan aardewerk dat dadelijk de tafels in Wormerveer en Zwolle mag opfleuren.

Maar ook toen ik ’s morgens om 6 uur San Gimignano wilde verlaten, trof ik een stadje aan dat ver verwijderd was van het gewone dagelijkse leven. Het leek eerder alsof er de avond ervoor een voetbalkampioenschap was gevierd. Aan de kant van de pittoreske straatjes lagen hopen afval hoog opgestapeld. De bars waren allemaal open, maar niet om mij een lekker kopje koffie te serveren, nee, overal waren vrouwen de boel aan het schrobben en voor de deur stonden vaak alweer grote vrachtwagens met nieuwe voorraad voor de komende dag.

monteriggioni

Eenmaal buiten de muren weet je weer waarom ze hier allemaal naartoe komen. Het landschap is betoverend, het is net alsof je in een Toscaanse kalender loopt. Ik schudde mijn irritatie gauw van me af en ging op weg naar Monteriggioni. Ik had de afstand iets te optimistisch ingeschat en kwam daar pas in de middag aan.

monteriggioni2

Er was weer zo’n ostello voor pelgrims van de Via Francigena. Nee, alsjeblieft niet, dacht ik, een goeie kamer. Je kon me uitwringen, een grote blaar op m’n hak, pijnlijke schouders van die rugzak. Ik huurde een mooie kamer boven een restaurant, een kamer met een hor tegen de muggen, wat een luxe! Ook hier vond ik weer drommen toeristen die als slaapwandelaars over het enige plein van het stadje dwaalden en de vele terrassen bevolkten.

Nederlanders

Het voordeel van met name de vele Nederlandse toeristen is dat ik sinds enige dagen weer een Nederlandse krant kan krijgen. Zelfs de Volkskrant ligt in de schappen! Als ik hem, eenmaal uitgelezen, aan een Nederlandse vrouw aanbied, reageert ze als door een adder gebeten. ‘Nee, dank u hoor, wij zijn op vakantie en dan willen wij niets met het nieuws te maken hebben. Toch Jan?’ terwijl ze zich tot Jan in afritsbroek richt. ‘O nee, alsjeblieft zeg, zeker weer over die kabinetsformatie lezen, even niet!’ Ik krijg bijna het idee me te moeten verontschuldigen. O ja, zo kunnen Nederlanders dus ook zijn. Ik ben, geloof ik, een beetje van ze vervreemd.

Net als vanmorgen op een overvol terras op het Campo in Siena. Even verderop zit een jong stel. Ik hoor hem even later luidkeels in een mobieltje toeteren: ‘Hallo daar, alles goed?’ Even stilte, vervolgens: ‘Mooi zo. Nou, wij hebben jullie nieuws te melden: Susy is zwanger!’ Weer even stilte. ‘Ja, snel hè, ik geef je haar zo even, ze zit hier naast me op het terras.’ Susy met trillende stem: ‘Ha, pa. Ja, hoe vind je het, snel hè, vinden jullie het leuk? Ik vind het zelf wel een beetje eng hoor.’

sienaplein

Contrada

Dan worden ik en de andere Nederlanders die belangstellend mee zitten te luisten, afgeleid door naderend getrommel. Een stoet van trommelaars en vendelzwaaiers van Contrada La Torre, trekt in Middeleeuws kostuum het Campo over. Toeristen springen op uit hun stoel om snel een foto te maken.

Ik ken het getrommel van de contrada’s maar al te goed. Ooit logeerde ik hier de hele maand augustus in de binnenstad. Na een week getrommel van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat had ik het wel een beetje gehad. Maar het blijft een mooi spektakel, zeker als je bedenkt dat het om een eeuwenoude traditie gaat.

En als je daar dan zit, op dat prachtige plein, de zon die schijnt, je de trommelaars in een prachtige kostuums ziet en hun opzwepende ritme hoort, dan komt er zo’n moment dat alles op z’n plek valt en je weet waarom je er al dat ongemak voor over hebt om hier naartoe te komen.

Tenminste, zo vergaat het mij altijd in Italië en ik hoop ook al die mensen die zo dapper met hun kinderen huis en haart verlaten om wat cultuur op te snuiven, lekker te eten en ik neem aan ook het strand te bezoeken, want daar heeft Italië ook genoeg van.

Wordt vervolgd…

Written by Ineke Spoorenberg

Ineke Spoorenberg is journalist. Ze werkte 21 jaar als redacteur voor het NOS Journaal met als specialisme Italië. Na de dood van haar partner maakte ze in 2010 een voettocht naar Rome, het jaar daarop kwam een boekje over haar tocht uit, getiteld: Ineke loopt naar Rome. In 2012 kwam een einde aan haar carrière bij de NOS. Het jaar daarop lanceerde ze de website Met Ineke In Italië waarop ze schrijft over minder bekende maar zeker zo interessante plaatsen in Italië.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Grensconflict tussen Italië en Frankrijk laait op

De Italiaanse keuken en de Italiaanse tafelmanieren